Spring naar content
Schadevergoeding

Schadevergoeding bij een val op de openbare weg door oneffenheden

Het komt met enige regelmaat voor dat voetgangers struikelen over losliggende of scheve tegels op de stoep. Ook fietsers komen regelmatig ten val door scheuren of gaten in de straat. De gemeente of provincie is als wegbeheerder verantwoordelijk voor de openbare weg. Toch zijn zij niet altijd aansprakelijk bij een valpartij. Lees hier welke factoren belangrijk zijn bij het krijgen van een schadevergoeding bij een val op de openbare weg door oneffenheden.

Eisen aan de weg, omgeving en veiligheidsmaatregelen bepalen het recht op schadevergoeding

Er zijn grofweg drie factoren die meespelen, wanneer iemand na een valpartij een schadevergoeding eist: de staat van de weg, de omgeving en de genomen veiligheidsmaatregelen.

1: Staat van de weg

Oneffenheden in de weg die een val veroorzaken zijn niet automatisch een reden om een schadevergoeding toe te kennen. Voetgangers en fietsers moeten rekening houden met kleine oneffenheden. Een volledig egaal wegdek is niet realistisch.

Er zijn wel richtlijnen voor oneffenheden. Volgens de CROW-richtlijnen is een hoogteverschil van 3 centimeter een ‘ernstige oneffenheid’. Verder is het van belang welke vorm de oneffenheid heeft: steil/scherp of geleidelijk.

2: Omgeving

De omgeving van de valpartij heeft invloed op de eisen die redelijkerwijs aan de stoep of het fietspad gesteld kunnen worden. Ook wordt van de wandelaar of fietser verwacht dat hij in een bosrijke omgeving meer bedacht moet zijn op oneffenheden dan in bijvoorbeeld een druk bezocht stadscentrum.

3: Genomen veiligheidsmaatregelen

Als oneffenheden bij de gemeente of provincie bekend zijn, worden soms veiligheidsmaatregelen genomen. Bijvoorbeeld waarschuwingsborden of markeringen op de weg. Deze kunnen invloed hebben op het recht op een schadevergoeding na een val op de openbare weg.

Hoe gaan rechters om met eisen aan de openbare weg?

Rechters toetsen de openbare weg aan de hand van de volgende bepaling:

“Bij de beantwoording van de vraag of een openbare weg voldoet aan de eisen die men daaraan mag stellen, komt het aan op de naar objectieve maatstaven te beantwoorden vraag of de weg, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen en zaken deugdelijk is, waarbij ook van belang is hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn. Aan deze norm dient volgens de Hoge Raad te worden getoetst.”

Een hele mond vol en het is altijd de vraag hoe feitenrechters deze norm gebruiken. Hieronder bespreek ik vier recente uitspraken over struikel- en valpartijen.

4 uitspraken

Uitspraak 1: Struikelen over losse tegel – gemeente niet aansprakelijk

Rechtbank Amsterdam 24 juli 2024 

Een vrouw is tijdens het wandelen op een stoep gestruikeld en gevallen. Zij brak haar pols. En ondanks een operatie en een revalidatieproces bleef zij klachten en beperkingen houden. De vrouw stelde dat de stoeptegels zo scheef en los lagen dat zij daarover is gestruikeld. De gemeente had, na haar klacht, losliggende tegels vervangen. De rechtbank overwoog dat de stoep bestemd is voor voetgangers en geschikt moet zijn om op te wandelen maar dat dit nog niet betekent dat er geen oneffenheden mogen zijn. Voetgangers hoeven echter niet bedacht te zijn op grote hoogteverschillen. Het gaat er dus om hoe scheef de tegel lag waarover de vrouw is gestruikeld en hoe groot het hoogteverschil was. Omdat de vrouw niet – zelfs niet bij benadering – kon aangeven over welke stoeptegel zij was gevallen kon de rechtbank ook niet vaststellen dat de stoep op de plek waar zij gestruikeld was te veel hoogteverschil had en daardoor gevaar opleverde. De vrouw stelde nog dat het feit dat de gemeente op haar klacht stoeptegels had vervangen en dus kennelijk zelf ook vond dat er sprake was van gevaarzetting. De rechtbank ging daarin niet mee.

Uitspraak 2: Struikelen over gebroken stoeptegel – gemeente niet aansprakelijk

Rechtbank Limburg 19 juni 2024

In deze zaak ging het om een man die gestruikeld was over een ongelijk liggende gebroken stoeptegel. In tegenstelling tot de vorige uitspraak stond vast over welke tegel de man was gestruikeld. De kantonrechter overwoog dat hoewel van een trottoir niet verwacht kan worden dat dit altijd volledig egaal is, voetgangers bij een normaal trottoir ook niet bedacht hoeft te zijn op grote hoogteverschillen. Partijen hadden verwezen naar CROW-richtlijnen, waarin een hoogteverschil van 3 cm of meer als ‘ernstige oneffenheid’ wordt gekwalificeerd en de kantonrechter vond deze normstelling gelet op het feit dat ging om een op zichzelf breed en overzichtelijk voetpad met een duidelijk zicht op de trottoirtegels passend en geschikt om aan de hand daarvan te toetsen of sprake is van een gebrek of gevaarzetting. Aangezien het hoogteverschil onder de 3 cm bleef, oordeelde de kantonrechter dat aldus sprake was van een acceptabele oneffenheid zodat de gemeente niet aansprakelijk was voor de letselschade van de man.

Uitspraak 3: Val door boomwortels onder de weg – provincie niet aansprakelijk

Rechtbank Oost-Brabant 2 juli 2024

Een fietser reed in een bosrijke omgeving op een geasfalteerd fietspad waarbij de bomen op korte afstand van het fietspad groeien en kwam ten val door wortelopdruk. Hij stelde dat deze vóór de wortelopdruk (bezien vanuit zijn rijrichting) een hoogteverschil had van 2,2 cm en daarna van 3,2 cm over een lengte van 1 meter. De 3,2 cm zou dus – volgens de CROW-richtlijnen – te duiden zijn als een ernstige oneffenheid. Deze metingen werden door de provincie betwist.

De rechtbank gaf aan dat van een fietspad mag worden verwacht dat fietsers dit veilig kunnen gebruiken. Daarbij mag van fietsers verwacht worden dat zij ook zelf oplettend zijn. Gelet op de omstandigheid dat het fietspad zich in een bosrijke omgeving bevond, zal een fietser geen volledig egaal wegdek mogen verwachten. Hij zal rekening moeten houden met de mogelijke oneffenheden van het wegdek en zijn verkeersgedrag daarop moeten aanpassen. De aanwezigheid van oneffenheden in de weg door de (boom)wortels brengt nog niet mee dat het betreffende fietspad niet voldoet aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden daaraan mag stellen.

De rechtbank vond dat het twistpunt over de hoogte van de oneffenheid in het midden kon blijven. Zij vond dat er geen sprake was van een gebrek of gevaarlijke situatie omdat deze niet als uitzonderlijk kon worden aangemerkt of als een oneffenheid waarop een fietser niet bedacht hoefde te zijn voor een fietspad langs een bosrand. De hobbel was niet uitzonderlijk scherp of steil maar vertoonde een geleidelijk verloop. Deze oneffenheid had naar het oordeel van de rechtbank voor een oplettende fietser zichtbaar moeten zijn en zonder gevaar voor de verkeersveiligheid gepasseerd moeten kunnen worden.

De rechtbank ging ook niet mee met de stelling van de fietser dat deze hobbel door weersomstandigheden niet goed en tijdig zichtbaar was. De rechtbank overwoog dat de fietser dan zijn snelheid aan de weersomstandigheden had moeten aanpassen. De kans op ongelukken was klein en er waren verder geen meldingen bij de Provincie over een verkeersonveilige situatie geweest. Er hadden zich ook geen verdere ongevallen op die plaats voorgedaan. De vordering van de fietser werd afgewezen.

Uitspraak 4: Racefietser valt over kabelgoot: gemeente wel aansprakelijk

Rb Midden-Nederland 10 juli 2024 

Hier ging om een racefietser die ten val kwam doordat hij met zijn voorwiel over een dwars over het fietspad met kabelmatten bedekte kabelgoot reed en verrast werd door de hoogte van de constructie waardoor hij de macht over het stuur verloor en vervolgens, toen zijn achterwiel over de constructie kwam, uit zijn zadel werd geworpen. De kantonrechter stelde vast dat het ging om een drukbereden fietspad en een concrete aanwijzing dat zij meer dan een normale voorzichtigheid in acht moesten nemen ontbrak.

Er was geen enkele waarschuwing voor de aanwezigheid van de kabelgoot (hard en met scherpe hoeken) onder de (zachte) kabelmatten. Vast kwam te staan dat er meerdere bijna ongevallen waren ontstaan. Fietsers zagen wel de kabelmatten maar werden kennelijk verrast door de hoogte van de daaronder gelegen kabelgoot. Het rijden over de constructie had invloed op de stabiliteit van de fietsers. De fietser had aldus de rechter voldoende aangetoond dat de constructie gevaarlijk was en was het voor de gemeente ook weinig bezwaarlijk geweest om veiligheidsmaatregelen te nemen (omleidings- of waarschuwingsborden). De gemeente was dus aansprakelijk voor de letselschade van de fietser.

Schadevergoeding bij een val op de openbare weg: conclusie

Een vrijwel volledig egaal trottoir of fietspad mag een voetganger of fietser niet verwachten. Voetgangers en fietsers moeten als van voet- of fietspad gebruik wordt gemaakt, bedacht zijn op hoogteverschillen. Er moet dus meer aan de hand zijn dan een oneffenheid en zijn de omstandigheden van de concrete situatie van belang. Het is dus zaak om (aantoonbare) metingen te doen van het hoogteverschil en dit goed in beeld te (laten) brengen. Het is immers van belang om ervoor te zorgen dat geen debat kan ontstaan over de (exacte) plaats van de oneffenheid. Als er meerdere (bijna)ongevallen hebben plaatsgevonden dan bevestigt dit op zichzelf dat er (mogelijk) sprake is van een gevaarlijke situatie. Uit deze rechtspraak lijkt verder te volgen dat in het geval het voet- of fietspad in een bosrijke omgeving ligt méér bedacht moet zijn op oneffenheden dan in een druk bezocht stadscentrum. Voor struikel- of valpartijen door oneffenheden op de weg kan de gemeente worden aangesproken maar de concrete omstandigheden zijn daarbij van belang.

Bent u gevallen op straat en wilt u weten of u recht heeft op een schadevergoeding?

Neem dan contact op met André van Schaik via a.vanschaick@linssen-advocaten.nl of 013 542 0400. Hij vertelt u graag meer over uw rechtspositie en een eventuele procedure tegen de gemeente of provincie.

Andere actualiteiten

Neem vrijblijvend contact op met onze specialisten

Of je nu een bedrijf runt of een particulier bent, wij bieden persoonlijk juridisch advies op maat, afgestemd op jouw behoeften