
Hoofdaannemer failliet: schade verhalen op de onderaannemer?
Is uw hoofdaannemer failliet, maar schakelde hij een onderaannemer in? Dan kunt u in uitzonderlijke gevallen de geleden schade aan uw eigendommen verhalen op deze onderaannemer. Wanneer dat kan en hoe u dat doet, leest u in dit artikel.
Pacta sunt servanda: het uitgangspunt binnen ons rechtssysteem
Een vrije vertaling van dit belangrijke beginsel binnen ons rechtssysteem is dat een overeenkomst alleen die partijen bindt, die daar ook bij betrokken zijn. In de situatie dat uw aannemer op zijn beurt weer een onderaannemer heeft ingeschakeld, bestaat er in principe geen contractuele relatie tussen u en deze onderaannemer. Om die reden bepaalt de wet dat het juridische aanspreekpunt bij geleden schade dan ook uw hoofdaannemer is. Óók wanneer deze schade werd veroorzaakt door de onderaannemer.
Faillissement van de hoofdaannemer: geen verhaalsmogelijkheden?
Maar wat nu als de hoofdaannemer failliet is verklaard en daarmee uw rechtstreekse aanspreekpunt voor de geleden schade wegvalt? Blijft u dan met lege handen achter? Of zijn er andere verhaalsmogelijkheden? Zoals bijvoorbeeld het aanspreken van de onderaannemer op grond van onrechtmatig handelen als gevolg van de veroorzaakte schade? Deze vraag naar de uitzondering op de hoofdregel laat zich niet eenvoudig beantwoorden en blijkt van meerdere omstandigheden afhankelijk te zijn. In de onderstaande drie – te bespreken – gerechtelijke uitspraken, formuleerde de Hoge Raad daartoe diverse gezichtspunten.
Hoofdaannemer failliet: drie uitspraken over het aanspreken van de onderaannemer
Uitspraak I: HR 24 september 2004 (Alog/Vleesmeester)
De centrale vraag in dit arrest is of Alog onrechtmatig jegens Vleesmeesters handelde, door geen rekening te houden met de belangen van een derde. De Hoge Raad oordeelde ten aanzien daarvan het volgende: “als de belangen van een derde zo nauw betrokken zijn bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst en een derde lijdt schade of ander nadeel wegens het tekortschieten van de contractant (Alog) bij de uitvoering daarvan, kan dat met zich meebrengen dat de contractant rekening moet houden met de belangen van een derde en zijn of haar gedragingen daardoor mede moet laten bepalen” (r.o. 3.4).
Ook formuleert de Hoge Raad negen gezichtspunten waarmee bij de beoordeling van het voorgaande rekening moet worden gehouden. De belangrijkste zijn ondermeer de vraag of de betrokkenheid van de derde kenbaar was voor de contractant, of de derde erop mocht vertrouwen dat zijn belangen zouden worden ontzien en de aard en omvang van het nadeel dat voor de derde dreigt.
Uitspraak II: HR (Wierts/Visseren)
Wierts sloot een aannemingsovereenkomst met een hoofdaannemer teneinde een extra verdieping op een woning te bouwen. De hoofdaannemer schakelde daartoe vervolgens Visseren in. Om bepaalde redenen stopt de hoofdaannemer met het betalen van Visseren waarop deze zijn werkzaamheden staakt. Om ervoor te zorgen dat Visseren zijn werkzaamheden afrond, gaat Wierts hem rechtstreeks betalen. Zonder dat daar dus een contractuele relatie voor bestaat! Vervolgens blijkt het werk van Visseren gebreken te vertonen als gevolg waarvan Wierts schade lijdt. De vraag die voor beantwoording door de Hoge Raad gereed ligt, is of dat Visseren aansprakelijk is jegens Wierts op grond van een onrechtmatige daad gelet op diens geleden schade.
In onderhavige zaak past de Hoge Raad de – hiervoor besproken – rechtsregel uit Alog/Vleesmeesters toe in de context van aanneming van werk. Zij overweegt daartoe: “de onderaannemer zal in het algemeen binnen bepaalde grenzen rekening hebben te houden met de belangen van de opdrachtgever en de opdrachtgever zal in het algemeen erop mogen vertrouwen dat de onderaannemer dat doet. (…) Echter, een wanprestatie van de onderaannemer jegens de hoofdaannemer levert op zichzelf nog geen onrechtmatige daad jegens de opdrachtgever op” (r.o. 3.4.2 en 3.4.3). Kijkend naar de omstandigheden van het geval oordeelde de Hoge Raad uiteindelijk dat Visseren wel onrechtmatig handelde jegens Wierts. Een belangrijke overweging daarbij was dat Wierts rechtstreekse betalingen had verricht aan Visseren.
Uitspraak III: Hoge Raad (DMB/Compaen)
DMB sloot een projectontwikkelingsovereenkomst met woonbouwvereniging Compaen, waarop DMB op haar beurt een samenhangende overeenkomst sloot met Vissers. In deze laatst genoemde overeenkomst was bepaald dat als de overeenkomst tussen DMB en Compaen om welke reden dan ook werd ontbonden, de overeenkomst tussen DMB en Vissers ook automatisch werd ontbonden. Dat was het geval, omdat wegens omstandigheden de overeenkomst tussen DMB en Compaen met wederzijds goedvinden werd beëindigd. Hierop stelt Vissers Compaen aansprakelijk wegens onrechtmatig handelen in verband met het onvoldoende rekening houden met haar belangen.
De overwegingen daartoe van de Hoge Raad zijn interessant, omdat zij oordeelt dat het voornoemde beoordelingskader (uit Alog/Vleesmeesters en Wierts/Visseren) niet van toepassing is omdat het niet gaat om de vraag of dat de aangesproken partij tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst waarbij zij partij is, maar om de vraag of dat zij ‘tekort is geschoten’ in de verplichting om haar gedragingen mede door de belangen van derden te laten bepalen. Daarbij is een daadwerkelijk tekortschieten geen noodzakelijke voorwaarde voor aansprakelijkheid jegens die derde.
Conclusie
Bovenstaande uitspraken laten zien dat er uitzonderingen bestaan op de hoofdregel dat enkel de contractpartij kan worden aangesproken.
Wanneer uw belang zo nauw betrokken zijn bij een overeenkomst tussen de hoofdaannemer en onderaannemer, kan het zijn dan een onderaannemer ook met uw belangen rekening moet houden en een bepaalde voorzichtigheid moet betrachten. Bijvoorbeeld in de situatie dat er rechtstreekse betalingen aan de onderaannemer zijn verricht door de derde (Wierts/Visseren).
Echter, het voorgaande laat ook zien dat het rechtstreeks wenden van een derde tot een onderaannemer niet altijd eenvoudig is en dat de mogelijkheden daartoe door diverse factoren worden beïnvloed en zoals steeds mede afhankelijk van de omstandigheden van het geval zijn (denk daarbij onder meer aan het uitsluiten van aansprakelijkheid door de onderaannemer). Niet iedere derde die belang heeft bij een bepaalde uitvoering van een overeenkomst, kan daar ook altijd een beroep op doen.
Meer weten over de mogelijkheden als een hoofdaannemer failliet gaat?
Neem dan contact op met Femke Alberts via 013 542 04 00 of mail van f.alberts@linssen-advocaten.nl.
Didam-arresten en verkoopplannen van overheidslichamen
Gedoogplicht en positie van de grondeigenaar bij aanleg nieuwe infrastructuur door netbeheerders
Hoe duur mag de huur zijn? De Hoge Raad schept (on)duidelijkheid over indexatiebedingen
Op zoek naar meer informatie omtrent dit onderwerp? Lees alle publicaties.
Andere actualiteiten
Neem vrijblijvend contact op met onze specialisten
Of je nu een bedrijf runt of een particulier bent, wij bieden persoonlijk juridisch advies op maat, afgestemd op jouw behoeften