Spring naar content
Bouw en Vastgoed
Door Esther Wijnen
Gepubliceerd op: 12 maart 2025

Gedoogplicht en positie van de grondeigenaar bij aanleg nieuwe infrastructuur door netbeheerders

Netbeheerders willen nieuwe infrastructuur aanleggen om het elektriciteitsnet te versterken. Dit gebeurt veelal op de grond van grondeigenaren in het landelijk gebied. Die zijn niet altijd blij met de plannen. Hoe zit het met hun onderhandelingspositie? En hoe verloopt de procedure voor het opleggen van een gedoogplicht? U leest het in dit artikel.

Wat is er aan de hand?

De vraag naar stroom explodeert de komende decennia en het elektriciteitsnet zit op slot. Elektriciteit wordt steeds belangrijker en het bestaande net kan de enorme vraag naar stroom niet aan. Het net zit op slot, de zogeheten netcongestie. Grootverbruikers die wachten op nieuwe aansluitingen, moeten vaak jaren wachten.

Er zijn tal van ideeën over oplossingen binnen de reeds beschikbare capaciteit. Daarnaast roepen veel partijen op om de transportcapaciteit te verhogen en daarvoor snel nieuwe infrastructuur te realiseren. Nieuwe infrastructuur betekent nieuwe stations, transformatorhuisjes en het aanleggen van kilometers kabels in de grond en boven de grond.

Nieuwe infrastructuur heeft gevolgen voor grondeigenaren

Wat betekent dat? Grote kans dat grondeigenaren in het landelijk gebied te maken krijgen met plannen voor aanleg van infrastructuur op hun grond.

Een grondeigenaar heeft liever geen kabel of leiding in of boven zijn perceel. Maar de kans is reëel dat een eigenaar ook een keer met bijvoorbeeld Enexis, TenneT, Liander of Stedin aan tafel zit. Om die reden deze bijdrage over de positie van de grondeigenaar en de procedure voor het opleggen van een gedoogplicht.

Minnelijk overleg

Als een netbeheerder plannen heeft om op bepaalde gronden kabels aan te leggen, dan zal eerst overleg plaatsvinden met de grondeigenaar. De netbeheerder moet een serieuze poging doen om op minnelijke basis tot overeenstemming te komen met een eigenaar of gebruiker van een perceel. Netbeheerders hanteren in de overlegfase ‘standaardovereenkomsten’. Die zien op de vestiging van een zakelijk recht (vaak een recht van opstal) ten behoeve van het aan te leggen werk en bevatten vaste afspraken en vaste schadevergoedingen. In de praktijk lijkt er daardoor weinig onderhandelingsruimte te zijn. Goed advies en goede bijstand door een deskundige is in deze fase belangrijk. Aanvullende afspraken en aangepaste vergoedingen zijn soms simpelweg nodig en gerechtvaardigd om ervoor te zorgen dat een eigenaar volledig schadeloos wordt gesteld.

Geen overeenstemming? Dan volgt een gedoogplichtbeschikking

Lukt het partijen niet om overeenstemming te bereiken, dan kan een netbeheerder verzoeken om de oplegging van een gedoogplichtbeschikking.

A: Oud recht

Voor gevallen waarbij sprake is van een lopende gedoogplichtprocedure of bij schade die is ontstaan vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024, geldt het ‘oude recht’. Dat betekent dat indien een eigenaar zich wil verzetten tegen een gedoogplicht hij terecht moet bij (maar liefst) drie verschillende instanties.

1: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Tegen de gedoogplichtbeschikking kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Die toetst vooral of het werk nodig is en of het minnelijk overleg voldoende is geweest. Ook kan getoetst worden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel.

2: Gerechtshof

Het gerechtshof toetst of de belangen van de rechthebbenden redelijkerwijs onteigening niet vorderen en in het gebruik van de zaken niet meer belemmering wordt gebracht, dan redelijkerwijs voor de aanleg en de instandhouding van het werk nodig is.

3: Kantonrechter

Als de eigenaar schade lijdt door het opleggen van de gedoogplicht, dan heeft de eigenaar recht op vergoeding van de volledige schade. Als geen overeenstemming is bereikt over de hoogte van de schade, dan moet de eigenaar een vordering instellen bij de kantonrechter.

B: Nieuw recht

Voor gevallen waarbij sprake is van een gedoogplichtbeschikking op basis van de Omgevingswet geldt het ‘nieuwe recht’.

Een eigenaar kan dan:

1: Naar de bestuursrechter

In beroep bij de rechtbank en in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De bestuursrechter beoordeelt de gedoogplichtbeschikking.

2: Naar de civiele rechter

Voor vaststelling van de hoogte van de schadeloosstelling.

Het nieuwe recht heeft een verbetering opgeleverd door een minder versnipperde regeling voor de rechtsbescherming.

Positie grondeigenaren

Op dit moment is in relatief veel gevallen nog sprake van toepassing van het oude recht. De procedures zijn ingewikkeld en hebben in zekere mate ook een afschrikwekkende werking. Ook onder het nieuwe recht ervaren partijen dat zij ten opzichte van de netbeheerder in een zwakkere positie verkeren. De netbeheerder stelt een standaardovereenkomst voor en lukt het niet om overeenstemming te bereiken, dan weet de netbeheerder zich gesteund door het kunnen verkrijgen van een gedoogplichtbeschikking. Het is de grondeigenaar die daar vervolgens actief tegen moet opkomen. En het is de grondeigenaar die achter zijn schadeloosstelling aan kan gaan door te procederen bij de civiele rechter. De dreiging van het niet tekenen van de overeenkomst is het voeren van een tijdrovende en kostbare procedure met onzekerheid over de uitkomst. Dit leidt ertoe dat grondeigenaren de standaardovereenkomsten vaak tekenen.

Grondeigenaar heeft recht op volledige schadeloosstelling

Het tekenen van de overeenkomst is soms het beste resultaat, maar in andere gevallen betekent het dat geen sprake is van een volledige schadeloosstelling. Elke grondeigenaar heeft recht op een volledige schadeloosstelling. Als een grondeigenaar meent dat zijn schade niet volledig is of wordt vergoed, dan dient een procedure niet af te schrikken. Het recht en de rechtsbescherming bestaan om te zorgen voor een gerechtvaardigde uitkomst.

Meer weten over een gedoogplichtprocedure?

Linssen cs Advocaten helpt u graag bij vragen over gedoogplichten. Neem contact op met Esther Wijnen via 013-5420400 of stuur een e-mail naar e.wijnen@linssen-advocaten.nl.

Vergelijkbare publicaties:
2 april 2025

Hoofdaannemer failliet: schade verhalen op de onderaannemer?

Is uw hoofdaannemer failliet, maar schakelde hij een onderaannemer in? Dan kunt u in uitzonderlijke...
Lees Publicatie
28 januari 2025

Hoe duur mag de huur zijn? De Hoge Raad schept (on)duidelijkheid over indexatiebedingen

Voor huurders en verhuurders is 1 juli ieder jaar een belangrijke dag. Dan wordt in...
Lees Publicatie
26 november 2024

Bouwkundig expert mist gebrek bij oplevering nieuwbouwhuis: is de aannemer nog aansprakelijk?

Soms worden gebreken in een nieuwbouwhuis pas later zichtbaar. Dat is vervelend, zeker als u...
Lees Publicatie
Alle publicaties

Op zoek naar meer informatie omtrent dit onderwerp? Lees alle publicaties.

Andere actualiteiten

Neem vrijblijvend contact op met onze specialisten

Of je nu een bedrijf runt of een particulier bent, wij bieden persoonlijk juridisch advies op maat, afgestemd op jouw behoeften