Spring naar content
Agrarisch recht

De stoelendans der dierrechten

Een jaarlijks terugkerend fenomeen is de stoelendans om de dierrechten. De verplichting is duidelijk: om een bepaald aantal dieren te mogen hebben zal je als bedrijf voldoende dierrechten moeten hebben. Die moet je op tijd leasen of kopen, anders grijp je volledig mis en is er geen vrije stoel meer beschikbaar.

De aanwezigheid van speculanten op de markt, alsmede het feit dat je pas tegen het einde van het jaar een goede balans op kunt maken over de benodigde rechten zorgen ervoor dat er steeds vaker een aanzienlijk risico is dat je in december geconfronteerd wordt met het feit dat er geen rechten meer zijn. En die paar rechten die er nog zijn blijken dan onbetaalbaar te zijn. Het aantal stoelen om op te kunnen zitten teneinde het spel te overleven is dan erg beperkt, en meestal te beperkt.

Als december dan voorbij gaat, en er zijn niet voldoende rechten op het bedrijf, dan bestaat de kans dat de NVWA op bezoek komt en dat er een proces-verbaal volgt. En dat zal weer leiden tot aanzienlijke boetes, en het alsnog moeten betalen voor het tekort aan rechten door middel van een ontnemingsvordering. Dat betekent dat het OM het voordeel dat de veehouder heeft genoten door niet genoeg rechten te leasen terug wil vorderen. De concurrenten hebben immers ook kosten moeten maken om rechten te leasen.

Los van de aanwezigheid van speculanten op de markt en het pas laat op kunnen maken van de balans is er nog een omstandigheid waar rekening mee gehouden moet worden.

Op het moment dat in december wordt geconstateerd dat er niet voldoende rechten meer kunnen worden aangeschaft voor het bedrijf, grijpt men steeds vaker naar noodmaatregelen, zoals het aanschaffen van dierrechten uit een andere sector. Dat gebeurde in de navolgende zaak, waarin een pluimveehouder het tekort aan pluimveerechten compenseerde door varkensrechten.

De rechtbank Oost-Brabant heeft dat uiteindelijk aanvaard, en heeft daadwerkelijk rekening gehouden met de waarde van varkensrechten in een zaak die eigenlijk ging over een tekort aan pluimveerechten.

De pluimveehouder had in die zaak over 2014 en 2015 te weinig pluimveerechten. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft de pluimveehouder daarom strafrechtelijk vervolgd.

Ook in deze zaak was er een ontnemingsvordering. De pluimveehouder in deze zaak had echter in de loop van 2015 in de gaten dat hij nooit genoeg pluimveerechten zou kunnen leasen. Hij had aan de andere kant wel een teveel aan varkensrechten in de varkenstak van zijn bedrijf. Hij besloot toen om het teveel aan varkensrechten niet ter lease aan te bieden op de markt, maar deze rechten gewoon helemaal niet te benutten. Daarmee voldoet hij in feite aan de doelstelling van de wetgever: een partij mest wordt in feite uit de markt gehouden. Nu dat niet met pluimveerechten lukte, dan maar met de varkensrechten.

De verdediging heeft bepleit dat het gebrek aan inkomsten dat de pluimveehouder had door de varkensrechten niet te verleasen in mindering diende te worden gebracht van het voordeel dat hij heeft gehad door niet voldoende pluimveerechten te leasen. En dat lukte. De rechtbank:

“de rechtbank zal bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel in het voordeel van veroordeelde de niet door haar benutte varkenseenheden verrekenen en deze geheel in mindering brengen. Veroordeelde heeft aangegeven dat zij in de jaren 2014 en 2015 bewust niet alle voor haar beschikbare varkenseenheden heeft benut door minder varkens te houden dan waartoe zij op grond van de in haar bedrijf aanwezige varkensrechten gerechtigd was, teneinde milieuneutraal c.q. meststoffenneutraal te kunnen werken, gegeven het feit dat tegen het einde van die jaren geen pluimvee-eenheden meer verkrijgbaar waren, zoals door de deskundige ter terechtzitting is bevestigd.”

Dat betekent dat de waarde van die varkensrechten in mindering wordt gebracht van het bedrag dat de pluimveehouder eigenlijk had moeten betalen om het tekort aan pluimveerechten alsnog te voldoen.

Dat maakt de weg vrij om daadwerkelijk de dierrechten uit de verschillende sectoren over en weer in te zetten.

Het blijft dan echter strafbaar dat je niet voldoende rechten uit je eigen sector hebt. Het is dus niet zo dat een bedrijf door de aanschaf van dierrechten uit een andere sector van alle problemen af is. Het blijft strafbaar dat een bedrijf gedurende een kalenderjaar niet voldoende rechten in de eigen sector heeft. Dat levert vaak een forse boete op, en dat kun je dus niet voorkomen door de aanschaf van rechten uit een andere sector. Maar het toont wel goede wil, en de investering wordt in mindering gebracht op de te betalen ontnemingsvordering.

Uiteindelijk komen er op deze manier wat meer stoelen in het kringetje om op te gaan zitten. Maar het nadeel kan zijn dat een voor de varkenshouder beschikbare stoel door een pluimveehouder wordt bezet en vice versa, en er bijvoorbeeld niet genoeg rechten op de markt zijn in de sector waar deze voor bedoeld zijn.

Andere actualiteiten

Neem vrijblijvend contact op met onze specialisten

Of je nu een bedrijf runt of een particulier bent, wij bieden persoonlijk juridisch advies op maat, afgestemd op jouw behoeften