Ondertussen in de rechtbank….
Het gaat in deze zaak over varkensrechten op een pluimveebedrijf. Dat zit als volgt. Een pluimveebedrijf ziet tot grote schrik dat het aantal pluimveerechten dat nog op de markt is te weinig is om dat jaar nog te kunnen voldoen aan alle verplichtingen binnen het eigen bedrijf. Om toch nog iets te doen koopt het bedrijf varkensrechten aan. Het bedrijf heeft dan wel geen varkens, maar de gedachte erachter is dat door het niet benutten van deze rechten toch een deel van de mest uit de markt wordt gehouden. Tot overmaat van ramp bleek echter ook nog dat een deel van de wél aanwezige pluimveerechten op een andere vennootschap, die geen pluimvee hield, binnen het concern geplaatst was. Strikt genomen zouden die rechten dus niet meegenomen kunnen worden in de vennootschap waar het pluimvee gehouden werd.
In dit soort zaken worden altijd twee sporen gevolgd: een strafzaak omdat er te weinig rechten zijn, en een ontnemingszaak om al het geld dat gespaard is door te weinig rechten te kopen of te leasen af te pakken. Met andere woorden: je hebt een koekje weggenomen en daar krijg je straf voor (strafzaak) maar je moet het koekje ook terugbetalen (ontnemingszaak). En dat terugbetalen kan fors in de papieren lopen: het aantal rechten dat je tekort hebt vermenigvuldigd met de leaseprijs.
De strafzaak is snel klaar: er zijn te weinig pluimveerechten, dat is strafbaar en daar krijg je straf voor. Vaak wordt er wel rekening gehouden met allerlei verzachtende omstandigheden, zoals de schaarste op de dierrechtenmarkt en een blanco strafblad en kan de straf nogal eens meevallen. Anders is dat in de ontnemingszaak: omdat de concurrent wél rechten heeft geleased of gekocht heb je een voordeel genoten door dat juist niet te doen, en dat voordeel wil de rechter afromen. Maar in die discussie zijn de varkensrechten en de verkeerd geplaatste pluimveerechten wél van belang. Immers, door varkensrechten te kopen en niet te verleasen en te benutten bereik je dat de varkensrechten niet zijn gebruikt. En dat betekent dat je toch een deel van de mest uit het milieu hebt gehouden. Er zijn omrekenfactoren van varkensrechten naar pluimveerechten, zodat precies uitgerekend kan worden hoeveel pluimvee er toch met de varkensrechten zijn afgedekt. De theorie is dan dat de kosten die je hebt gemaakt door deze varkensrechten niet te verleasen, afgetrokken mogen worden van het voordeel dat je had door niet voor alle pluimveerechten te leasen. De achterliggende gedachte is dan dat je misschien niet letterlijk volgens de wet gehandeld hebt, maar wel in de gedachte van de wet. Of het nu met het verwerven van pluimveerechten of varkensrechten is: in beide gevallen hou je een deel van de mest uit het milieu. Als je daar kosten voor gemaakt hebt dan komen die in mindering van het genoten voordeel. En zo ook met de rechten die op de verkeerde vennootschap stonden: ook die rechten zijn niet gebruikt en niet verleased, zodat dat gemist inkomen afgetrokken mag worden van het voordeel dat je hebt genoten door bij de goede vennootschap niet voldoende rechten te hebben.
Het Gerechtshof in Den Bosch heeft deze handelwijze goedgekeurd. Wat erg bijzonder is in deze uitspraak is dat de betreffende ondernemer volgens het hof is tegemoetgekomen aan de doelstellingen van de Meststoffenwet, door bij gebrek aan pluimveerechten in ieder geval varkensrechten te kopen en deze niet te laten benutten. Eenzelfde redenering had het hof ten aanzien van de verkeerd geparkeerde pluimveerechten: ook deze waren niet benut, en ook daar zijn kosten voor gemaakt. Ook die kosten kwamen in mindering op het voordeel dat genoten was door niet voldoende pluimveerechten te hebben.
Let op: deze inwisselbaarheid van rechten is enkel te gebruiken in de ontnemingszaak. In de strafzaak werd gewoon vastgesteld dat er te weinig pluimveerechten waren, en daar werd een boete voor opgelegd. In dat deel van de strafzaak kun je de varkensrechten dus niet inzetten. Maar het helpt zeker bij het verminderen van de straf dat er toch moeite is gedaan om varkensrechten aan te schaffen, en die kosten zijn in de ontnemingsprocedure dus wel te verrekenen.
Het is een bijzondere ontwikkeling dat rechters niet alleen naar de letter van de wet kijken, maar inmiddels ook oog hebben voor het naleven van de geest van de wet. Deze uitspraak is daar een prachtig voorbeeld van!
Andere actualiteiten
Neem vrijblijvend contact op met onze specialisten
Of je nu een bedrijf runt of een particulier bent, wij bieden persoonlijk juridisch advies op maat, afgestemd op jouw behoeften