
Besluitvorming bestuursorgaan wijkt af van de vooraf ingewonnen informatie: wat nu?
Heeft u via een overheidsinstantie of ambtenaar verkeerde informatie ontvangen? Dan kan dit grote (financiële) gevolgen hebben voor u of uw bedrijf. Gelukkig is sinds 2019 de kans op een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel toegenomen.
Wat als de besluitvorming afwijkt van ingewonnen informatie?
In mijn praktijk heb ik niet lang geleden succes geboekt voor een cliënt die verkeerd was voorgelicht door een medewerker van een klantcontactcentrum over een aangevraagde subsidie. Als de subsidievoorwaarden strikt zouden zijn toegepast zou de subsidie lager zijn uitgevallen. Omdat op basis van de (achteraf onjuiste) antwoorden vanuit het klantcontactcentrum wel investeringen waren gedaan, die anders wellicht niet zouden zijn gedaan, werd uiteindelijk in bezwaar toch subsidie verstrekt. U mag dus waarde hechten aan informatie die de overheid verstrekt, en het loont de moeite hier iets mee te doen als de formele besluitvorming vervolgens afwijkt van de eerder ingewonnen informatie.
Vóór 2019: geen poot om op te staan
Het voorgaande is niet vanzelfsprekend en daarom wil ik dit nog eens signaleren. Lange tijd is het zo geweest dat je ondanks vergelijkbare toezeggingen vanuit een ambtenaar of servicedesk geen poot had om op te staan. Een medewerker bij de overheid is over het algemeen immers niet degene die een beslissing mag nemen en daartoe bevoegd is. Voor 2019 kon je wel informatie inwinnen bij de overheid maar als deze informatie verkeerd was en niet door een beslissingsbevoegde ambtenaar of bijvoorbeeld vanuit burgemeester en wethouders of de minister zelf was verstrekt, kon je je daar niet met succes op beroepen.
Nieuwe lijn ingezet
Sinds de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1694) is er al een nieuwe lijn ingezet en leiden uitlatingen en gedragingen van ambtenaren sneller tot een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel. Uiteindelijk gaat het – kort gezegd – om de volgende drie stappen die gevolgd moeten worden, waarbij met name het kunnen toerekenen van een toezegging aan het bevoegde bestuursorgaan soepeler wordt omgesprongen dan voorheen:
- Is er sprake van een toezegging?
- Zo ja, kan deze de toezegging worden toegerekend aan het bevoegde bestuursorgaan? Mag je er dus van uitgaan dat degene die de toezegging doet de mening van het bestuursorgaan vertolkt?
- Zo ja, moet de toezegging worden gehonoreerd of zijn er bijvoorbeeld zwaarder wegende belangen die zich verzetten tegen honorering van de toezegging?
Andere belanghebbenden spelen mogelijk een rol
Dat laatste punt is met name van belang als er andere belanghebbenden zijn naast degene die benadeeld wordt door het niet nakomen van een toezegging. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het omgevingsrecht. Buren en omwonenden kunnen veel nadeel ondervinden als er tegen het recht in bijvoorbeeld een gebouw vergund zal worden. In dat geval is het mogelijk dat de vergunning alsnog wordt geweigerd maar dan moet beoordeeld worden of de benadeelde dan wellicht recht heeft op een andere vorm van compensatie. Bij veel zaken spelen er echter geen rechtstreekse belangen van derden zoals bij geschillen over subsidies, uitkeringen, nadeelcompensatie of handhaving. Nog een uitzondering geldt als er sprake is van Europees recht. Het voert te ver om daar hier op in te gaan maar het vertrouwensbeginsel kan niet met succes ingeroepen worden in strijd met Europeesrechtelijke regelgeving.
Zaak laat zien: medewerkers klantcontactcentrum vertolken de mening van het bestuursorgaan
Om terug te komen op de specifieke zaak in dit voorbeeld, hier ging het om een toezegging vanuit een klantcontactcentrum. Het was een onvoorwaardelijke toezegging dat bij een bepaalde investering aanspraak gemaakt kon worden op een subsidie. Een klantcontactcentrum is een door de overheid in het leven geroepen informatiepunt met als doel het beantwoorden van vragen van burgers. Het is logisch dat burgers er vervolgens van uitgaan dat dergelijke antwoorden het antwoord en standpunt is van de overheid en dat zij van die informatie uit kunnen gaan. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft in 2020 specifiek overwogen dat een burger ervan mag uitgaan dat medewerkers van een klantcontactcentrum en een website van een bestuursorgaan de mening van dat bestuursorgaan vertolken (ECLI:NL:CBB:2020:1034). De praktijk leert dat dit inmiddels in besluitvorming ook wordt onderkend.
Meer weten over overheidsbesluiten en vooraf ingewonnen informatie?
Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Willem Remie via 013 542 04 00 of mail naar w.remie@linssen-advocaten.nl.
Contracteren met een buitenlandse marktpartij: waar moeten agrariërs op letten?
Strafzaak bij overschrijding fosfaatrecht door veehouder: verweer heeft kans van slagen
Woning kopen in het buitengebied? Doe altijd deze checks!
Op zoek naar meer informatie omtrent dit onderwerp? Lees alle publicaties.
Andere actualiteiten
Neem vrijblijvend contact op met onze specialisten
Of je nu een bedrijf runt of een particulier bent, wij bieden persoonlijk juridisch advies op maat, afgestemd op jouw behoeften