Spring naar content
Contracten
Door Lenie Verhoeven
Gepubliceerd op: 7 april 2025

Contracteren met een buitenlandse marktpartij: waar moeten agrariërs op letten?

Veel agrariërs leveren de door hen geteelde producten, zoals aardappelen en uien, aan grote marktpartijen. Het is niet ongebruikelijk dat Nederlandse agrariërs hun producten afzetten naar grote marktpartijen uit het buitenland. Toch kent contracteren met een buitenlandse marktpartij risico’s. Dreigt er een geschil? Dan hebben agrariërs veelal niet in de gaten welke haken en ogen daaraan kunnen zitten.

Nederlandse bemiddelaars, buitenlandse (inkoop)voorwaarden

Als een agrariër gaat contracteren met een buitenlandse marktpartij, vindt dat veelal plaats met tussenkomst van een Nederlandse bemiddelaar die de contracten regelt met de agrariër. Het lijkt dan ook alsof men zaken doet met een Nederlandse partij, maar de desbetreffende bemiddelaar gaat het contract niet uit eigen naam aan, maar op rekening en risico van bijvoorbeeld een grote Duitse marktpartij.

De contracten die daarbij worden gehanteerd zijn vaak summier. Ze verwijzen echter wel naar uitgebreide inkoopvoorwaarden van de desbetreffende buitenlandse afnemer of Europese handelsvoorwaarden zoals de RUCIP-voorwaarden.

Niet naar de rechtbank, maar naar de arbitragecommissie

Volgens de voorwaarden van de meeste buitenlandse marktpartijen dient een eventueel geschil niet aan de bevoegde rechtbank in Nederland voorgelegd te worden maar aan een arbitragecommissie.

Dat een eventueel geschil aan een arbitragecommissie moet worden voorgelegd, hoeft niet nadelig te zijn. Een rechter heeft meestal geen kaas gegeten van het reilen en zeilen binnen de agrarische sector en weet bijvoorbeeld niet hoe men te werk dient te gaan bij het tarreren (gewicht bepalen) van de geleverde producten.

Een arbitragecommissie daarentegen bestaat uit een of meerdere arbiters die afkomstig zijn uit de agrarische sector en dus wél weet hebben van de gebruiken binnen deze sector. Gelet hierop kan het juist prettig zijn om het geschil voor te leggen aan een arbitragecommissie in plaats van een rechter.

Arbitragecommissie in het land van de verweerder

Echter hebben agrariërs veelal niet in de gaten dat – als zij contracteren met een buitenlandse afnemer – in de toepasselijke voorwaarden veelal is bepaald dat een geschil aanhangig gemaakt moet worden bij een arbitragecommissie van het land van de verweerder. Dit kan tot ongewenste situaties leiden.

Als een agrariër bijvoorbeeld niet correct wordt betaald voor de door hem geleverde producten is de drempel al hoog om hiertegen op te treden. Hij moet dan immers stappen ondernemen tegen de grote afnemer die nu eenmaal een machtspositie heeft. Daar zitten agrariërs veelal niet op te wachten.

Als zij dan ook nog eens niet in Nederland terecht kunnen om hun gelijk te halen, maar naar het land toe moeten waar de desbetreffende afnemer is gevestigd wordt de drempel om stappen te ondernemen nóg groter. Zeker als dan ook nog eens niet het Nederlandse recht van toepassing is, maar het recht van het land waar de desbetreffende afnemer is gevestigd. De agrariër ontkomt er in dat geval niet aan om een buitenlandse advocaat in te schakelen. Dat maakt het niet eenvoudig voor de agrariër om zijn gelijk te halen.

Advies: wees alert op toepassing Nederlands recht en de bevoegdheid van een Nederlandse rechtbank of arbitrage-instituut

Het voorgaande kan eenvoudig voorkomen worden door op voorhand alert te zijn bij het contracteren. Het is mogelijk en ook niet ongebruikelijk om in het summiere contract dat vaak wordt gesloten op te nemen dat Nederlands recht van toepassing is op de overeenkomst, de Nederlandse taal gevoerd wordt en een eventueel geschil moet worden voorgelegd aan de Nederlandse rechtbank waar de agrariër gevestigd is dan wel aan een in Nederland gevestigd arbitrage-instituut.

Dit voorkomt dat de agrariër bij een eventueel geschil in een vreemde taal, in een vreemd land en volgens een vreemd rechtssysteem moet gaan procederen.

Nederlandse arbitrage-instituten

Ook in Nederland kennen we arbitrage-instituten die kennis hebben van de agrarische sector. De Stichting Geschillen in de Landbouw van het Instituut voor Agrarisch Recht, gevestigd in Wageningen, betreft zo’n arbitrage instituut. Als zij het geschil beslecht, dan vindt beslechting plaats door één of drie arbiters. De arbitragecommissie wordt meestal geleid door een voorzitter-arbiter, veelal een oud-rechter. Daarnaast sluiten meestal twee arbiters aan die afkomstig zijn uit de desbetreffende sector waar het geschil over gaat (uien-, aardappel-, bloembollensector etc). De arbiters worden bijgestaan door een secretaris die de hoedanigheid heeft van meester in de rechten. Het Instituut voor Agrarisch Recht kan daarmee een geschikte partij zijn om een geschil te beslechten.

Meer weten over contracteren met een buitenlandse marktpartij?

Linssen cs Advocaten is specialist in agrarisch recht. Wij staan u graag bij, wanneer u onderhandelt met buitenlandse marktpartijen. Wilt u meer weten of een contract met ons doornemen? Neem dan contact op met Lenie Verhoeven via 013 542 04 00 of mail naar l.verhoeven@linssen-advocaten.nl.

Vergelijkbare publicaties:
2 april 2025

Hoofdaannemer failliet: schade verhalen op de onderaannemer?

Is uw hoofdaannemer failliet, maar schakelde hij een onderaannemer in? Dan kunt u in uitzonderlijke...
Lees Publicatie
7 januari 2025

Een factuur niet betalen bij een conflict. Mag dat?

Het opschortingsrecht uitgelegd Stel: u bent in conflict geraakt met uw aannemer, omdat hij zijn...
Lees Publicatie
28 augustus 2024

Compensatie bij vertragingen of annuleringen van vluchten

Een heerlijke vakantie in het buitenland kan juist voor veel stress zorgen. Als uw vakantie...
Lees Publicatie
Alle publicaties

Op zoek naar meer informatie omtrent dit onderwerp? Lees alle publicaties.

Andere actualiteiten

Neem vrijblijvend contact op met onze specialisten

Of je nu een bedrijf runt of een particulier bent, wij bieden persoonlijk juridisch advies op maat, afgestemd op jouw behoeften